Nieuws - 31 mei 2022

Vitamine D uit vergoeding basispakket. Voedingssupplement is gelijkwaardig & goedkoper alternatief

Het Zorginstituut wil dat geneesmiddelen waarvoor in de vrije verkoop een gelijkwaardig voedingssupplement verkrijgbaar is, niet worden vergoed uit het basispakket. Daarmee worden veel zorgkosten bespaard.

Vitamine D in hoge dosering uit basispakket

Deze week was in diverse media te lezen dat bijna 1,5 miljoen Nederlanders momenteel vitamine D op recept krijgen voorgeschreven. Dit verscheen in de media omdat volgens het Zorginstituut een kostenbesparing gerealiseerd kan worden van 120 miljoen euro wanneer bepaalde vitamine D-geneesmiddelen uit het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) verwijderd worden en deze gebruikers overstappen op voedingssupplementen met vitamine D die via de drogisterij verkrijgbaar zijn en deze zelf gaan betalen.

De werking van vitamine D staat volgens Sjaak Wijma, bestuursvoorzitter van het Zorginstituut, niet ter discussie. “Vitamine D werkt. Maar het geld dat we aan zorg kunnen besteden, is niet onbeperkt. Daardoor moeten we soms lastige keuzes maken. Als mensen zorg zelf kunnen betalen, is het niet noodzakelijk om die te verzekeren”, aldus Wijma. De invoering zal waarschijnlijk niet eerder dan januari 2023 plaatsvinden.

Geen vergoeding geneesmiddel als voedingssupplement met gelijkwaardige werking verkrijgbaar is

In 2019 verdwenen al laag gedoseerde vitamine D-bevattende geneesmiddelen uit het basispakket. De verwachting dat hiermee de zorgkosten voor vitamine D zou verlagen is niet uitgekomen. Uit onderzoek in 2020 is gebleken dat meer vitamine D-bevattende geneesmiddelen met hogere sterktes, die nog wel onderdeel uitmaken van het basispakket, zijn voorgeschreven.

In 2016 concludeerde het Zorginstituut dat geneesmiddelen waarvoor in de vrije verkoop een (nagenoeg) gelijkwaardig geneesmiddel of voedingssupplement verkrijgbaar is niet meer vergoed zouden moeten worden uit het basispakket. Door de lage kosten van voedingssupplementen vond zij het niet noodzakelijk om gelijkwaardige geneesmiddelen te verzekeren.

Verantwoordelijkheid verschuift naar huisarts en consument

De verandering is geheel ingegeven door de kostenbesparing die te behalen is. De huisarts en patiënt zullen onderling overleggen welk middel en welke dosering ingezet wordt. Hierbij gaat de aangegeven dosering van de huisarts boven de aangegeven dagelijkse dosering op het etiket. Ook de duur van de therapie zal moeten worden overlegd.  

Tegemoetkoming in de kosten

Het Zorginstituut heeft uitgerekend dat de jaarlijkse kosten voor supplementen bij een dagdosering van 20 microgram vitamine D 7,30 euro per persoon bedragen. Vitamine D-bevattende geneesmiddelen kosten gemiddeld 79 euro per persoon per jaar als ze worden vergoed uit het basispakket. Dit komt omdat zowel het middel duurder is door de afleveringskosten. Consumenten die deze kosten niet kunnen dragen, kunnen een bijzondere bijstand aanvragen bij de gemeente. Of dit mogelijk is verschilt wel per gemeente.

Aanvullend verzekerd?

Wie een aanvullende verzekering heeft doet er verstandig aan de polis te controleren. Veelal vallen alternatieve geneeswijzen, zoals homeopathie, orthomoleculaire geneeskunde en middelen (deels) onder de vergoeding.

Therapietrouw belangrijk

Wanneer een zorgverlener aangeeft dat suppletie met vitamine D nodig is, is therapietrouw erg belangrijk. Wanneer de kosten van een supplement zelf gedragen moeten worden, kan dit soms ten koste gaan van de therapietrouw.

Daarom pleit NPN, de branchevereniging voor voedingssupplementen in Nederland, ervoor supplementen die onderdeel zijn van een behandeling, via de zorgverzekering te vergoeden. Het vergoeden van supplementen zal de therapietrouw verhogen en daarmee op de lange termijn gezondheidsproblemen voorkomen. Met het inzetten én vergoeden van supplementen in plaats van geneesmiddelen wordt ook een kostenbesparing gerealiseerd.